De Fraudewet faalt: tienduizenden boetes blijken onterecht
Zzp-debacle verbleekt bij het drama met de Fraudewet
Op 1 januari 2013 werd de nieuwe Fraudewet van kracht. Boetes bij vermeende uitkeringsfraude werden hiermee vertienvoudigd. Het UWV paste de wet consequent onjuist toe en veroorzaakte daarmee een tragedie van ongekende omvang. Bij gebrek aan echte fraudeurs werd het fraudebegrip flink opgerekt, zodat vrijwel iedereen wel ergens op gepakt kon worden. Er zijn tienduizenden slachtoffers en met een gemiddelde boete van duizend euro loopt het schadebedrag in de tientallen miljoenen euro's. Het drama overtreft hiermee het zzp-debacle, dat nog vers in het geheugen ligt.
Toen de Fraudewet werd ingevoerd was er veel kritiek, onder meer van de ombudsman en van de Raad van State. Het UWV wuifde de kritiek weg en liet weten er graag mee aan de slag te gaan. Boetes uitdelen en mensen veroordelen tot eindeloos procederen is aan het UWV wel besteed. Ze namen 100 extra fraude-inspecteurs in dienst onder de voorwaarde dat ze zichzelf zouden terugverdienen. Daartoe werd vervolgens alles uit de kast gehaald.
Regels
Wat zijn de regels? Het gebeurt regelmatig dat mensen teveel uitkering ontvangen, meestal door een fout van het UWV. Als dat gebeurt, moet dat bedrag weer terugbetaald worden. Tot zover is er meestal niets aan de hand. Maar daarnaast mag het UWV door de Fraudewet hele hoge boetes opleggen, ook als er geen sprake is van fraude.
Het UWV bepaalt de hoogte van de boete door het teveel betaalde bedrag te vermenigvuldigen met een percentage. In theorie moet dat percentage samenhangen met de mate van verwijtbaarheid, maar in de praktijk heeft de door het UWV opgestelde richtlijn vooral te maken met winstbejag:
100% boete - volledige verwijtbaarheid
75% boete - licht verminderde verwijtbaarheid
50% boete - standaard verminderde verwijtbaarheid
25% boete - geringe mate van verwijtbaarheid
Bijna twee jaar lang hebben de UWV-medewerkers zich uitgeleefd door hoge boetes op te leggen aan mensen die zich van geen kwaad bewust waren. In 64 procent van de gevallen waarin volgens het UWV sprake is van verwijtbaarheid wordt de maximale boete opgelegd (Bron: rapport Inspectie SZW 'de boete belicht', p28).
Bezwaarschriften worden stelselmatig afgewezen. In 2013 werd slechts 11% gegrond verklaard (Bron: UWV jaarverslag 2013). De gedupeerden waren machteloos en de ombudsman keek toe, ondanks de vele signalen dat het misging.
Een medewerker van het UWV verklaarde tegenover De Stentor:
"Als je 200 mensen aan werk helpt, scheelt dat uitkeringen. Maar je kunt het zelfde financieel resultaat behalen als je mensen boetes oplegt of kort op de uitkering. Hier wordt op gestuurd door het management." Medewerkers zitten daarom dag in dag uit te grasduinen in bestanden. "Ze volgen mensen intensief om te kijken of mensen fouten maken. Als ze iets vergeten, wordt er direct een sanctie opgelegd."
Rechtspraak
Tientallen benadeelden stapten naar de rechter en werden geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld. Zo oordeelden rechtbanken keer op keer dat het UWV de Fraudewet niet mocht toepassen op periodes vóór 1 januari 2013, de datum dat de wet in werking trad. Je hoeft geen jurist te zijn om te snappen dat een wet pas afdwingbaar is nadat deze van kracht is gegaan, maar de medewerkers van het UWV proberen ook op deze manier het onderste uit de kan te halen.
De boetetrein van het UWV raasde voort tot 24 november 2014. Op die dag deed de Centrale Raad van Beroep voor het eerst een uitspraak over een Fraudewetzaak. Met deze uitspraak kwam een dikke streep kwam te staan door het boetebeleid van het UWV. De Raad produceerde een nieuwe leidraad, waarin niet alleen plaats was voor standaard en verminderde verwijtbaarheid, maar ook voor zware verwijtbaarheid:
100% boete - opzet (nieuwe categorie)
75% boete - grove schuld (nieuwe categorie)
50% boete - standaard verwijtbaarheid (was 100%)
25% boete - geringe mate van verwijtbaarheid (blijft hetzelfde)
Met deze richtlijn geeft de Raad invulling aan het fraudebegrip. Het is immers pas fraude als er sprake is van opzet. Drie van de vier categoriën werden aangepast. Dat heeft grote consequenties voor de reeds uitgedeelde boetes. Boetes van 100% en 75% moeten veelal worden verlaagd naar 50% (standaard verwijtbaarheid) en boetes van 50% moeten allemaal (tenminste) verlaagd worden naar 25% (geringe mate van verwijtbaarheid). En dan zijn de gevallen waarin de boete helemaal moet worden geschrapt nog niet eens genoemd.
Het betreft tienduizenden gevallen. In 2013 werden 17.705 boetes opgelegd met een gemiddelde hoogte van €1072. In 2014 zijn dit er nog veel meer. Het gaat in totaal om tientallen miljoenen euro’s.
Het drama met de nieuw Fraudewet is hiermee groter dan de tragedie met de drieduizend zzp’ers die ten onrechte werden beschuldigd van fraude. Toen bedroeg het totale boetebedrag minder dan een miljoen euro. Na veel gesteggel werd er een grootschalige herzieningsoperatie aangekondigd, die niet erg succesvol bleek. Na afloop stond nog steeds één op de vijf mensen als fraudeur te boek. Excuses, een verklaring of compensatie hebben de slachtoffers nooit ontvangen en het UWV heeft niet geleerd van zijn fouten.
Herziening
Door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt het UWV nu gedwongen om zijn boetebeleid volledig te herzien. Ze zijn dan ook per direct gestopt met het opleggen van boetes. Tienduizenden boetes blijken onrechtmatig te zijn en zullen opnieuw moeten worden beoordeeld.
De vraag is wie het initiatief gaat nemen voor deze operatie. Het UWV verklaarde gisteren doodleuk dat de uitspraak van de rechter uitsluitend geldt voor nieuwe en lopende zaken, en dat de gewijzigde boetes pas ingingen vanaf 24 november 2014. Dit is pertinent onjuist. Met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is immers vast komen te staan dat de richtlijnen van het UWV niet kloppen. Deze verkeerde richtlijnen zijn stelselmatig toegepast, waardoor tienduizenden boetebeschikkingen onjuist zijn. Dat wordt niet anders indien die zaken reeds gesloten zijn. Mensen hebben in gelijke gevallen recht op een gelijke behandeling.
Gezien het gebrek aan integriteit en de enorme weerzin die er bestaat bij het UWV om onrechtmatige boetes terug te draaien, zullen we ze daar met harde hand toe moeten dwingen. De politici die zich telkens voorstander verklaren van een ‘harde aanpak’ zijn echter angstvallig stil als het gaat om de aanpak van het UWV.
Met zijn kamerbrief van eergisteren reageert minister Asscher op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep en op het rapport van de ombudman. De regels moeten worden aangepast, geeft Asscher eindelijk toe. Aan de gedupeerden besteedt hij geen enkele aandacht. Hij spreekt over een slagvaardige overheid, die zichtbaar en stevig corrigeert waar nodig. Waar blijft die slagvaardigheid als het gaat om het corrigeren van de opgelegde boetes?
Ook de Nationale ombudsman rept in zijn vernietigende rapport over de uitvoering van de Fraudewet met geen woord over de vraag hoe recht kan worden gedaan aan de tienduizenden gedupeerden. Net als bij het vorige fraude-debacle blijft het bij een mooi onderzoeksrapport waarmee hij goede sier kan maken, en laat hij benadeelde mensen verder in de kou staan.
Wordt vervolgd, en wel zo lang als nodig.